De verschieter
Ik bedankte voor de krant.
‘Maar u was 25 jaar abonnee’, zei de mevrouw aan de andere kant van de lijn. ‘Wat jammer nou.’
Dat stemde mij sentimenteel en ik belde mijn zus.
‘Herinner jij je de verschieter?’ vroeg ik.
‘Wie?’
‘De verschieter’, zei ik. ‘Dat was een man op een groene brommer. Hij bracht vroeger thuis het Parool. Hij schoot de krant altijd heel ver door de brievenbus. Met één mep, dwars door het tochtportaal, tot ver voorbij de kelderdeur.’
‘Nee’, zei mijn zus. ‘Maar heb jij echt de krant opgezegd?’ Ze klonk heel verbaasd, want wij zijn journalistenkinderen. Wij zeggen geen kranten op. Wij nemen er alleen maar kranten bij, alsof het zwerfkatjes zijn.
Later belde ze me terug.
‘Ik weet het weer’, zei ze. ‘Ik was net boven. Ik propte vieze was in de machine, de hele trommel vol, er kon nog net zeeppoeder bij. Ik deed het deurtje dicht, dat klikte, ongeveer zoals de brievenbus en toen wist ik het weer.’
‘Wat?’ vroeg ik.
‘Die vent van het Parool’, zei ze. ‘De bandjes van zijn brommerhelm hingen altijd los. Die slingerden heen en weer. Ze deden me aan heel lange bakkerbaarden denken.’
‘Ja’, zei ik.
‘En jij zat altijd midden op de trap te wachten tot hij kwam. Als ik er langs wilde, moest ik maar zien hoe ik over je heen stapte.’
‘Ja’, zei ik. ‘Ik moest die krant zien vliegen. Ik hoopte altijd op een record. De keuken in.’
Mijn zus ademde even in.
‘Het was een vieze vent. Hij keek me altijd heel smerig aan. Ik geloof dat ik nog altijd een hekel aan bakkerbaarden heb.’
We kletsten een poosje door. We koken allebei nogal graag. Over kippensoep en ragu met ongelegde eieren. Op de achtergrond hoorde ik gebonk en gedreun.
‘Wat is dat toch?’ vroeg ik.
‘Dat is boven’, zei ze. ‘De wasmachine probeer te centrifugeren, maar ik heb hem veel te vol gedaan. Nu schudt hij alle kanten uit. Er valt iets af. Ik denk dat het de doos zeeppoeder is. Ik moet zo maar eens gaan kijken.’ Ze hing op en in gedachten zag ik haar de trap op lopen, in haar houten huis, niet ver van de zee en voor de wasmachine hurken om met een stukje karton zeeppoeder terug te scheppen in de doos en ik liep naar de gang, ging op de trap zitten, staarde naar de brievenbus en besloot niet weg te gaan, voordat er een verschieter zou komen, maar een ogenblik later stond ik toch weer nuttige dingen te doen.
4 reacties
Zo mooi, iedere keer weer.
ongelegde eieren, vertel
dankjewel Marten. dit was mijn eerste verhaal van jou en ik ben nu al blij dat ik me heb aangemeld. Ik hoop dat er nog veel zullen volgen, als zwerfkatjes…
ze zijn elke keer weer mooi je stukjes, ik lees ze heel graag