Appels drogen

Ik snoep zo graag een stukje kaas, als iedereen al naar bed is en ik op blote voeten nog even naar beneden kom en controleer of de poort wel dicht is en de achterdeur wel op het nachtslot zit en kijk hoe het met de poolster is gesteld. Het papier van de kaasboer knispert zo lekker en het is zo prettig snoepen in een donkere keuken, met alleen het licht van de open koelkast. Maar die kaas zet aan. Vooral omdat ik altijd wat meer snoep dan ik eigenlijk van plan was. Met een goed mes is het prettig snijden. Daar ligt het denk ik aan.

Ik heb het een tijdje met dadels geprobeerd in plaats van kaas, van die hele grote, die een beetje op larven lijken en daarna ben ik appeltjes gaan drogen. Goudreignettes geschild, appelboor erdoor, appel in dunne plakjes gesneden, een dunne draad door het gat en zo een hele sliert op een overgeschoten plekje opgehangen, maar het drogen duurde dagen. De appeltjes voelden klam en hier en daar zat er een drabbige bij en tegen de tijd dat ze droog waren, smaakten ze alleen nog maar naar het stof dat er op neer was gedaald.

Daarna deed ik het op de roosters in de oven. De oven draaide een hele dag op 90 graden en de appeltjes waren wel goed, maar er gaan zo weinig appeltjes in een oven.Ik bedacht dat als ik ze in de oven zou kunnen hangen, wel dertig appels in een keer zou kunnen drogen, dus zocht ik in de schuur, waar ik allerlei rommel heb, naar metalen staven. Ik zaagde ze zo dat ze precies in de uitsparingen voor de bakplaten in de oven pasten.

Ik zat een hele  ochtend appeltjes te schillen en te snijden en toen de oven vol hing, zag het er prachtig uit. Al die appeltjes in dunne plakjes, bij dat kleine ovenlampje en toen ik na een uurtje de oven opendeed, kwam er een hele wolk appelcondens de oven uit. Het rook heerlijk en ik kreeg onmiddellijk fantasieën over het zelf destilleren van appellikeur. Maar toen ik ‘s avonds de appeltjes uit de oven wilde halen, brandde ik eerst mijn vingers aan de staafjes en daarna ging er iets mis, waardoor al die staafjes naar beneden stortten en de appeltjes in een waterval naar beneden kwamen. Maar lekker waren ze wel. Dat vond iedereen in huis. Een halve dag later waren al die appeltjes op. Ik ging nog een paar keer met mijn appeldrogerij aan de slag, maar daarna werd het werk me toch teveel.

Het heeft me wel tot gedachten gebracht over al dat geprakkeseer over gewicht. Een paar kilo meer of minder, wat maakt het uit? Bij het hardlopen hooguit een handvol secondes per kilometer. Die secondes helpen mij soms over magische grenzen, maar ze brengen  ook altijd weer nieuwe grenzen in het zicht. Dus knisper ik weer met papier en eet ik weer kaas en, al is het met dat destilleren niks geworden, tegenwoordig neem ik ook nog graag een lekkere slok Calvados, zo uit de fles.

Doe net als 218 andere lezers en ontvang mijn verhalen in je mail.

Doorsturen of delen? Graag!

Blog in je mail? Stuur een mail naar martenheijs@gmail.com en ik zet je op mijn verzendlijst. Vroeger of later krijg je dan mijn blog in je mail. 

Klik op het spraakwolkje om reacties te lezen of te plaatsen. 

2 reacties

  1. Ik heb nu een paar van je stukjes je gelezen. Smaakt naar trog…(wat?…) …als je ze uit hebt wil je nog! Mooi Marten

Geef een reactie