151 /Gevaarlijk chauffeur: Nog een keer Ivo. Hij reed als een duivel. Zijn auto lag vol vuilnis. Resten fruit, bakjes van MacDonalds, mayo in de achterbank. Als ik met hem meereed, draaide ik het raam altijd open tegen de stank. Dat beschouwde hij als een eigenaardigheid van mij. Net als mijn neiging mijn handen in de voorbank te klauwen. Smalle straatjes, hoge snelheid, bulderende wind. Bang!
Later sloeg ik zijn liften af.
“Waarom?” vroeg hij.
Ik zei het gewoon.
Hij schudde zijn hoofd.
Hij beschouwde zichzelf als een eminent chauffeur en de vuilnis deerde hem niet. Hij had erg met mij te doen.