131 /Vaste ontmoeting: Ik kom al jaren een tweeling in houthakkersjas tegen, ooit schouder aan schouder, beiden blond, dezelfde bril, dezelfde forsende blik. We groeten. Zij steken gelijktijdig een wijsvingers op.
Af en toe ontbreekt één van beiden. Dan volgt één vinger, een halve groet.
Gut, denk ik dan, de ander zou toch niet…
Maar een poos later zie ik ze weer samen.
Inmiddels zijn ze ouder. Hun jassen verschoten, hun haren grijs, niet meer schouder aan schouder maar tegen elkaar geleund. Hun forsende blik oogt bijziend, ze schuiven hun hoofd naar voren. Maar groeten doen ze nog precies gelijk en zonder aarzeling.