Monddoekje

Zijn assistente groet me op straat, maar de tandarts zelf herkent mij pas als ik mijn mond open doe.
‘O ja, ik weet het al’ zegt hij, meer tegen mijn tanden dan tegen mij. ‘Iets verder open graag.’
Maar vandaag wil mijn mond niet zo ver open, ergens halverwege wijd open loopt hij vast.
‘Gaat vanzelf over’ zegt de tandarts.
‘Kunt u zo wel werken?’ vraag ik.
Hij haalt zijn schouders op. Hij zit al dertig, veertig jaar in het vak. Hij behandelt je nog door de brievenbus.

Even later gaat hij een vullinkje leggen. Zo noemt hij dat, een vullinkje leggen. Ik denk aan kippen, zakdoeken, biljartjes en een kastje van vroeger, met een motief van ingelegd hout en een deurtje van verweerd spiegelglas, dat een spoor van gaten over je voorhoofd trok.

Achter de tandarts staat de assistente. Haar bruine ogen schieten boven haar monddoekje heen en weer. Ik lach naar haar en zij lacht terug. Ik zie het aan de plooien in haar doekje.
De tandarts legt zijn vullinkje. Zijn gebaren zijn kalm, maar zijn stem klinkt nurks en vol ongeduld.
‘Geef me eens een twee’ zegt hij.
De assistente zoekt in een lade.
‘Nou hop’ zegt hij.
Ze reikt iets aan.
‘Dat is een drie, ik wil een twee.’
Daar is de twee. Hij verdwijnt in mijn mond.
‘En nou zo’n fliebeltje’ zegt de tandarts. ‘Nu’.
Zijn assistente reikt hem iets aan.
‘Nee, zo’n ander ding’ zegt de tandarts. Ik hoor de lade rollen
Even later moet er gezogen worden en vraagt hij nog om een tikje composiet. Hij trekt eens aan mijn kin. De assistente schudt van ‘nee’.
‘O ja’ zegt de tandarts. Hij buigt zijn hoofd wat dichter naar mijn mond.
Ik kijk weer in de bruine ogen van de assistente. Ze glinsteren. Ik glimlach heel even met mijn mond ver open. In het monddoekje verschijnen nieuwe plooien. Dan ademt ze diep in en zie ik haar lippen door de stof.

Even later ligt het vullinkje er. De tandarts veilt eens wat en vlakt nog een beetje bij. Hij laat me op mijn kiezen bijten.
‘Keurig’ zegt hij. ‘Daar ben ik heel tevreden mee.’
Hij laat de stoel weer overeind komen en tegen de tijd dat ik rechtop zit, steekt hij zijn hand al uit.
‘Nou, tot ziens.’
Zijn plastic handschoen kraakt tussen onze handen.
Ik draai wat met mijn stijve kaken en schudt eens met mijn hoofd. De assistente staat over een laatje gebogen en legt volgende tweetjes en fliebeltjes klaar. Haar monddoekje bungelt aan elastiekjes om haar hals

Doe net als 218 andere lezers en ontvang mijn verhalen in je mail.

Doorsturen of delen? Graag!

Blog in je mail? Stuur een mail naar martenheijs@gmail.com en ik zet je op mijn verzendlijst. Vroeger of later krijg je dan mijn blog in je mail. 

Klik op het spraakwolkje om reacties te lezen of te plaatsen. 

Geef een reactie