Peer

Ik schrok wakker en voelde dat er iets was in de achtertuin, iets vaags, iets zachts, iets onbestemds en toen ik opstond en naar buiten keek, zag ik onder de perenboom een man. Doodstil stond hij daar, zijn hoofd een tikje scheef, een bleke hand bij zijn oor, alsof hij ergens naar luisterde. Uit zijn kapsel stak een spriet haar omhoog.
“Wat moet dat in mijn tuin?” wilde ik roepen.
Maar op dat moment keek hij op en legde hij een vinger over zijn lippen. Zijn ogen glansden in het licht van de maan.

Ik trok snel wat kleren aan en liep naar beneden.
“Wat is hier de bedoeling?” vroeg ik toen ik naast hem stond. Hij leek me oud en zijn handen waren opvallend wit.
De man knikte naar de perenboom, een lage ranke boom, die dit jaar maar één vrucht gegeven heeft. Die hing eenzaam tussen het blad te glanzen. Al weken keek ik er elke ochtend even naar.
“Hoi peer”, zei ik dan.

“Ik rook de peer toen ik uw huis passeerde”, zei de man.
Hij snoof een paar keer, als een dier dat een spoor te pakken heeft.
“Ik dacht, dadelijk gaat het gebeuren.”
“Wat gaat er gebeuren?” vroeg ik.
“De eclips”, zei hij.
Ik keek omhoog, waar de maan bijna vol aan de hemel stond.
“Niet van de maan”, zei de man.  “De eclips van de peer.”
Hij boog zich naar de boom, krulde zijn hand langs zijn oor en kwam toen weer overeind.
Ik trok vragend mijn wenkbrauwen op.

“Het is simpel”, zei hij.  “Een wijn ligt jaren, maar daarna is hij ook nog jaren op dronk. Een goede ham, rijpt een hele tijd aan het plafond en daarna smaakt hij maandenlang perfect. Zelfs een verse truffel kan een weekje liggen. Maar een peer als deze, die in zijn eentje al het goede van de boom gekregen heeft, die is maar heel even op zijn top. Het is niet meer dan een moment, waarop hij op zijn zachtst en romigst is, het vruchtvlees glanst en de smaak en de geur je verzoenen, met alles waarmee je je nooit verzoenen kon. Je neemt een hap en je huilt. Of je nu wil of niet. Dat is de eclips.”

Hij bewoog zijn handen door de lucht om de peer.
“Het steekt  nauw”, zei hij. “Het is een kwestie van seconden. Dan is het voorbij en is het weer een peer als alle peren. Lekker maar niet meer.  Je moet het herkennen”
“En hoe herkent u het?”
“Voelen”, zei de man.  “Ruiken.”
Hij snoof zacht.
“En vooral luisteren. Heel goed luisteren. Een zachte trilling, een diep gegons, de zucht waarmee de peer de boom loslaat. Je steekt je hand uit. De peer landt zacht. Je bent gezegend als je dat overkomt.”Hij vouwde zijn handen voor zijn buik.
“Nog even”, zei hij zacht.

Zo stonden wij daar op die stille herfstnacht in mijn achtertuin, twee mannen in het maanlicht, de handen voor de buik gevouwen, de oren gespitst, minutenlang aandachtig starend naar een peer.
Toen rook ik het. Een zachte geur maakte zich los van de boom.
Ik stak mijn hand uit naar de peer.
“Wacht” fluisterde de man.
Even later kreeg ik het warm en voelde ik me rozig worden, als een kind vlak voordat het in slaap valt.
Dit is het, dacht ik, maar de man gebaarde te wachten.
Vlak daarna was er het diepe gonzen. Ik geloof niet dat ik het echt hoorde, het was meer dat ik het voelde, ergens diep onderin mijn lijf.
“Nu” dacht ik.
Ik stak mijn hand uit om de peer te vangen, voelde hem landen in de palm van mijn hand, maar op dat moment ging er een trilling door de nacht, een zachte werveling, en voor ik ook maar met  mijn ogen kon knipperen was de peer in het niets verdwenen en ook van de oude man zag ik geen spoor.

Doe net als 218 andere lezers en ontvang mijn verhalen in je mail.

Doorsturen of delen? Graag!

Blog in je mail? Stuur een mail naar martenheijs@gmail.com en ik zet je op mijn verzendlijst. Vroeger of later krijg je dan mijn blog in je mail. 

Klik op het spraakwolkje om reacties te lezen of te plaatsen.