Schroef

Ik kwam lang het huis van een oude kennis en omdat ik hem al een poos niet gezien had, belde ik even aan. Het duurde lang voor hij opendeed.
“Ik was bezig”, zei hij.
Ik liep achter hem aan.
In zijn woonkamer leunde een schilderij tegen de muur.
“Neergestort”, zei hij.
Er stond het portret van een vrouw op. Zij keek me onderzoekend aan.
Uit de muur stak een schroef.
“Daar heeft het niet aan gelegen”, zei ik, want het was een forse schroef.
“Nee”, zei hij, “de draad is geknapt. Ik heb er net een ander aan gemaakt.”
Toen wees hij naar de schroef. De kop glom als een oog.
“Nog bij de oude timmerwinkel in de binnenstad gekocht. Herinner jij je die nog?”
“O ja”, zei ik, en ik zag de winkel onmiddellijk weer voor me. Als je door de zaak liep, kraakte de vloer onder je voeten, de schappen wiebelden en de gereedschappen die langs de wanden hingen slingerden op hun haken heen en weer. Achterin de zaak leunde de eigenaar over zijn toonbank, zijn bril scheef op zijn neus, één punt van zijn overhemd stak onder zijn trui omhoog en prikte in zijn hals. Hij gaf altijd bij alles advies.

“Ik weet nog”, zei mijn vriend, “dat ik zei”: ‘Ik wil een schilderij op hangen.’
En dat die winkelier zijn wijsvinger langs zijn neus legde, lang nadacht en antwoordde:
‘Dan adviseer ik een schroef, een goede schroef’.
Hij kwam achter zijn toonbank vandaan, hobbelde door de winkel naar een wand met allemaal kleine plastic laatjes en bleef ervoor staan. Wijzend met zijn vinger zocht hij naar het juiste laatje, trok het open, nam er één schroef uit, hield hem tegen het t.l.-licht en keek ernaar alsof hij de schroef nauwkeurig inspecteerde.
Toen keek hij naar mij.
‘Schroeven, dat wordt vaak onderschat. Wist je dat?’
Voor ik kon antwoorden, begon hij uitleg te geven.
‘Je hebt de schroef en het draaien. In de schroef heb je de punt, de kop, het kruis, de flens en de draad.’
Uit zijn mond klonk het als het een toverspreuk.
‘En dan het draaien. Ik zal het voordoen’
Hij haalde een schroevendraaier uit zijn broekzak, hield de schroef tussen duim en wijsvinger hoog op, ging op zijn tenen staan, zodat hij er net bij kon en zette de punt van de schroevendraaier in de schroef. Hij draaide hem een paar slagen rond. Er knakte iets in zijn pols. De punt van zijn overhemd schuurde langs zijn hals.
‘Een paar dingen zijn belangrijk’, zei hij.
Hij stopte met draaien en keek mij over zijn schouder aan.
‘Plaats de schroevendraaier met aandacht.’
Ik knikte.
‘Ten tweede. Een kalme maar stevige slag.’
Hij draaide de schroef een paar slagen aan.
‘En dan het belangrijkste.’
Hij likte zijn lippen af voor hij verder ging.
‘Niet vanuit de kop denken, denk vanuit het draad, dan pakt de schroef altijd.’

Hij knipperde met zijn ogen en praatte nog even plechtig door en ik zei eens ‘ja’ en eens ‘nee’.
Uiteindelijk stak hij de schroevendraaier terug in zijn broekzak, liet de schroef los, ving hem op met zijn vrije hand, en keer ernaar, teder alsof die schroef een pasgeboren wezentje was, een vogeltje uit het nest gevallen en als door een wonder in de palm van zijn hand geland.
‘Dertig cent’, maar ik zeg: ‘ik schenk hem je.’

“Ik liep de zaak uit”, zei mijn vriend, “een beetje draaierig, een beetje beduusd en het gekke was, dat toen ik thuiskwam, ik even niet meer wist, hoe je nou een schroef een wand in draait.”
“Aha”, zei ik. “En dit is die schroef.”
We keken er samen een poos aandachtig naar, allebei met de handen in de zij, zoals je kijkt naar een kunstwerk dat je net niet helemaal doorgrondt.
Toen hing mijn vriend het portret weer op.

Doe net als 218 andere lezers en ontvang mijn verhalen in je mail.

Doorsturen of delen? Graag!

Blog in je mail? Stuur een mail naar martenheijs@gmail.com en ik zet je op mijn verzendlijst. Vroeger of later krijg je dan mijn blog in je mail. 

Klik op het spraakwolkje om reacties te lezen of te plaatsen.